Two Galgo’s
Himalaya’s, North-India
*In Progress* Een samenkomst van omstandigheden: Jazz en Skateboarden
Als ik iets in het leven heb geleerd is het dat het de vreemdste combinaties teweegbrengt. Mijn zowel Finse als Nederlandse achtergrond zorgt ervoor dat bij ons thuis spaghetti werd gegeten met Heinz ketchup. Het liefst strooi ik er ook nog dille overheen. Mijn geboortestad staat bekend om haar worstenbroodjes. Misschien voel je de bui al hangen: deze maken mij het meest gelukkig met een klots ketchup en dille. Menig mens vindt dit vreemd en dat is begrijpelijk, daarom blijft het verder ook geheim. Wellicht is dit niet het beste voorbeeld voor waar ik heen wil met dit verhaal, namelijk hoe jazz en skateboarden met elkaar combineren. Misschien op het eerste gezicht een vreemde combinatie maar is het niet net zoals de worstenbroodjes met dille en ketchup, dat er vreemde combinaties ontstaan bij onderwerpen die goed bij elkaar lijken te passen?
Een paar jaar terug verhuisde ik voor mijn master naar een andere stad. De woning keek uit op rook uitspuwende bakstenen fabrieken. Sommige panden waren al jaren niet meer in werking en werden actief gekraakt. De piratenvlag op het dak stak fraai af tegen de vergane neonkleurige graffiti. Tussen de fabrieken en mijn huis lag een rivier en een skatepark. De als golven vloeiende metalen skateramps nodigden jongeren massaal uit om naar deze plek te komen. Niet alleen om te skateboarden, ook om met gelijkgestemden samen te komen en te hangen. Uren heb ik doorgebracht met uit het raam te staren. Uitkijkend op deze grijze, met kleurrijke graffiti bewerkte, plek. Gefascineerd volgde ik de ongedwongen bewegingen van deze jonge vrouwen en mannen; hoe hun benen een houten plank op wielen aandreven, of hoe ze stennis schopten langs de kant. Kickflips, ollies, nollies, grinds, pop shove-its, honderden trucs heb ik uitgevoerd zien worden. Vaak werden de successen gevierd, maar van tijd tot tijd hoorde ik hoe de knalgele bus met sirenes naderde om een zeker persoon af te voeren. Hier was botten breken een alledaagse gang van zaken. Het deed me verdacht veel denken aan mijn tijd op de middelbare school, waar ik zelf vaak ook aan de zijlijn van de skatebaan stond.
In deze periode van uit het raam staren was mijn relatie met jazzmuziek nog pril, maar hevig in bloei. Dat ik vroeger weinig jazz luisterde had wellicht iets te doen met het monopolie dat mijn vader vroeger eisde op de geluidsinstallatie. Een andere reden kan zijn dat mijn vrienden en ik voornamelijk naar rock en hip-hop luisterden. Jazz was nooit ‘hip’ of ‘mode’ en werd ook niet hard afgespeeld in de kroeg waar we op stap gingen. Mijn eerste ervaring hiermee was net toen COVID-19 de wereld in zijn macht had.Door het zeer besmettelijke virus kon ik mijn broertje die in het ziekenhuis lag, niet bezoeken. De artsen waren te bang dat het verzwakte immuunsysteem een virus niet zou aankunnen. Ik besloot troost te zoeken bij mijn beste vriend Omar. Onze horeca banen waren gepauzeerd en zo zaten we, met een goede fles rode wijn, voor zijn stereo-installatie. Als verdriet te veel is, verdooft een mens. Zo zat ik daar, op de vloer, uitkijkend op een druilerige avond waarvan de kleur was verdwenen. ‘Ken je Chet Baker?’ Het bleef akelig stil aan mijn kant. Natuurlijk kende ik Chet Baker, maar ik had er nooit aandachtig naar geluisterd. Omar, zelf voormalig trompettist, zette de plaat ‘Alone Together’ op.
Eraan terugdenkend hoor ik weer de stilte van het knarsen van de naald op de plaat voordat het nummer begint te spelen. Een magisch moment, gevolgd door een paar hoge pianonoten om vervolgens je ziel te doorboren met de eerste gespeelde trompetnoten. De emotie die het met zich meebracht ervaarde ik zo heftig, dat de lucht in mijn longen zwaarder aanvoelde. De muziek ging in conversatie met mijn treurige hart, en ik lag tot in de vroege ochtend op de grond en luisterde alleen maar platen, overrompeld door deze nieuwe vondsten. Ergens met het aanbreken van de dag stapte ik op de fiets richting de pont van Amsterdam Centraal. Toen de klep van de boot de kade raakte, sloeg ik linksaf richting Zeedijk en het Prins Hendrik Hotel, in plaats van rechtsaf naar mijn huis. Al snel bevond ik me voor het karakterloze Prins Hendrik Hotel, op zoek naar de dwalende geest van Chet Baker die hier op 13 mei 1988 uit het raam ‘was gevallen’. Eenmaal gevonden bedankte ik hem voor de vrijheid die ik die avond had gevoeld.
Al snel speelde ik constant alle jazzmuziek die ik kon vinden. Het viel me op dat het paste bij het skateboarden, maar het lukte me niet er een vinger op te leggen hoe het precies zat. Gemotiveerd om meer te ontdekken van wat de omgeving aan muziek te bieden had, ontdekte ik in een ruige stad verderop een klein zelf-in-elkaar-geknutseld jazzcafé. Elke woensdagavond werd hier live muziek gespeeld vanuit de oude woonkamer van de Luikse apotheker én alt saxofonist en fluitist: Jacques Pelzer. Pelzer had bekendheid vergaard door met jazztrompettist Chet Baker door de Verenigde Staten te toeren. Vele woensdagavonden bezette ik de versleten fluwelen stoelen die ooit rood waren. De muren toonden sporen van een tijdperk toen er nog binnen mocht worden gerookt. Gefascineerd volgde ik de bewegingen van drummers, saxofonisten, pianisten, noem-maar-op. Mijn hersenen krakend door de chaos aan gevormde klanken, omgetoverd tot prikkelende muziek die zowel uit de maat als in de maat leek te zijn.
Op deze woensdagavonden zag ik hoe de muzikanten op elkaar reageerden tijdens het spelen. Het leerde me hoe jazz een op improvisatie gebaseerde muziekstijl is. Dat wat me raakte ging om hoe ‘fouten’ tot de meest creatieve oplossingen werden omgetoverd. Herbie Hancock, een jazzpianist en componist die met Miles Davis optrad, geeft tijdens een interview een voorbeeld van zo’n creatieve oplossing tijdens een concert:
“ Right in the middle of Miles’ solo, one of his amazing solo’s, I am in there and I am playing… I played the wrong chord. It sounded like a big mistake and I did this and I went ‘ah!’. And Miles paused a second and then he played some notes, that made my chord, right.”
Miles Davis is hier in staat om iets wat ‘fout’ is, ‘goed’ te maken. Hij hoorde geen fout, maar koos ervoor om iets wat simpelweg gebeurde te accepteren, en dit te gebruiken om het juist te maken. Het leven zou waarschijnlijk een stuk makkelijker zijn als we deze filosofische benadering alledaags zouden toepassen, maar dat is niet waar ik heen wil. Het doet me denken aan een ander voorval: aan de totstandkoming van de skateboard beweging.
Heb je ooit in de oceaan gelegen en gewacht op een golf waarop je kunt surfen? Dit is mij één keer overkomen, mijn tweede les surfen ooit. Ik lag in een zachte blauwe oceaan, tussen honderd andere toeristen dat dan weer wel, in een klein stadje in Mexico. Jaren ervoor had ik in Portugal mijn eerste poging tot surfen gewaagd, maar mijn romantische idee van één zijn met de zee was in duigen gevallen. Het was dezelfde dag volle maan waardoor er een ontzettend sterke stroming stond. De golven waren constant en hoog waardoor ik liters zout zeewater binnen kreeg, zo veel dat het zout mijn neusholtes kapot had geschuurd. Mijn benen waren moe van alleen al het staande houden in het water en mijn surfplank vast te houden dat eenmaal de plank op geklauterd, ik de kracht niet had om erop te gaan staan.
Gelukkig heb ik weinig tot geen ruggengraat als het gaat om overgehaald te worden om met vrienden ‘leuke’ activiteiten te ondergaan. Zo belandde ik uiteindelijk terug in het water, met de uitkomst dat de golven deze keer één voor één rustig voorbij kwamen. Het lukte tot mijn eigen verbazing vrij snel me staande te houden en was er een nieuwe verslaving n mijn leven bijgekomen. De rest van de ochtend werd gespendeer in de oceaan, pakte ik golf na golf, was ik een met de natuur en voelde ik een vrijheid die bijna goddelijk voelde. Totdat er in een keer geen golven meer kwamen. Alsnog hield ik het aardig lang vol om dobberend op de plank te wachten, de 100 andere toeristen waren verdwene. De realisatie sloeg in dat er geen golven meer zouden komen die middag en het tijd was om terug aan land te gaan.
In de jaren ’40 en ’50 brachten de surfers in Californië ook uren door in de oceaan, heel wat uren waarin ze net zoals ik wachten op de juiste golf. Doordat er niet altijd golven zijn, ontstond de behoefte om diezelfde sensatie van vrijheid en beweging op het droge te ervaren. Het probleem dat je zonder golfen niet kunt surfen, veranderde in een creatief experiment om op het land dit voort te kunnen zetten. Met veel vallen, uitproberen en opstaan ontstond er een nieuw surfboard met wieltjes eronder: het skateboard. Dit werd aanvankelijk ‘sidewalk surfing’ genoemd en gaf surfers een manier om hun vaardigheden te blijven ontwikkelen, zelfs als de zee geen golven kon geven.
Deze evolutie in het skateboarden weerspiegelde de creativiteit en veerkracht van de subcultuur, iets wat me doet denken aan de lessen ‘cultuur en subcultuur’ op de middelbare school. In het maatschappijleerboek van de derde klas stond een foto van een vriend van me die als ‘skater’ werd afgebeeld. Finn droeg op de foto een wijde laaghangende spijkerbroek, Vans Old Skool sneakers, een wijd wit t-shirt en een muts waar zijn blonde krullen onderuit staken. Om hem heen zaten nog meer jongens, met dezelfde soort kleding en mutsen op. ‘Subcultuur’ stond eronder vermeld. Zelf pastte ik qua uiterlijk ook op de foto. Ik droeg het liefst zwarte wijd zittende kleding, mijn haren knalrood en droeg Vans schoenen in alle kleuren en maten. Aan mijn broeken hingen zulke lange kettingen eraan dat ik op Schiphol, tot grote ergernis van mijn moeder, de douane niet door kwam. Net zoals het skateboard thuis de voordeur niet passeerde. Mijn ouders moesten niets hebben van deze ‘rebellie’.
Mijn verbazing bij het zien van de foto met Finn en de tekst eronder was groot. Hoorde ik bij een subcultuur? Wat is het belang hiervan? Is het oké om anders te zijn? Het maatschappijleerboek maakte ons bewust wat de kenmerken van een subcultuur zijn en het belang daarvan. Dit zag je terug in de vriendengroep, als groep had het zijn eigen identiteit ontwikkeld met daarbij horende de set van waarden. Deze verbinden hen en onderscheiden zich van de grotere cultuur. Het is gezond om je te omringen met mensen die je begrijpen en waarbij je jezelf kunt zijn. De veiligheid die ik voor het eerst ervaarde is van zeer groot belang geweest voor mijn persoonlijke ontwikkeling. De verbintenis met anderen deed me mezelf beter begrijpen en accepteren.
Voor skateboarders is het belangrijk om creativiteit uit te oefenen op je eigen stijl en eigen tricks; het individuele aspect hiervan zorgt voor persoonlijke vrijheid. Dit is, naast zelfexpressie, een zekere mate van rebellie tegen conventionele (sport)normen en sociale verwachtingen. In plaats van je in je eentje op te sluiten op je zolderkamer en het internet af te speuren naar gelijkenissen, was het fijn om naar het skatepark te kunnen gaan en het daar te hebben over zaken waar we het vaak over eens waren.
Als we terug de tijd in gaan naar de vorige eeuw, is zichtbaar dat Jazz(muziek) zich afzette tegen de dominante normen van zijn tijd. Dit heeft alles te maken met die zwarte bladzijde in onze geschiedenis: slavennarij. De Afrikanen die als slaaf naar Amerika werden gebracht, namen hun traditionele, religieuze en rijke muzikale erfenis met zich mee. Deze muziek, diep geworteld in ritme, dans en zang, werd vaak tijdens het harde werk op de plantages gezongen, om enigszins de ellende te verzachten. Hieruit ontstonden verschillende genres, waaronder de ‘ blues’, die verhalen vertellen over verlies en weerbaarheid van de Afro-Amerikaanse gemeenschap. Ritme, herhaling en call-and-response (een muzikale dialoog tussen zanger en publiek of tussen muzikanten) zijn essentiële elementen die karakteristiek zijn voor jazz en nieuw waren voor de westerse muziek van die tijd.
In de multiculturele stad New Orleans, waar na de val van de plantages veel Afro-Amerikanen naartoe trokken voor werk, kwam jazz tot bloei. Deze smeltkroes van culturen bleek de perfecte voedingsbodem voor de geboorte van jazzmuziek. Jazz klonkoveral in de stad: van de straten tot de bars tot privéfeesten, bordelen en danszalen. Bekende plekken zoals Congo Square waren drukbezocht. De improvisatie en expressieve aard van Jazz stonden in groot contrast met de formele, gedisciplineerde muziekstijlen van de heersende cultuur, wat een gevoel van vrijheid en ongehoorzaamheid vertegenwoordigde. Het was een symbool van verzet, creativiteit en van de culturele samenleving, die de gevestigde normen uitdaagde en die tot de dag van vandaag een blijvende impact hebben.
Er was in mijn woning naast het skatepark misschien geen live jazz muziek te horen, toch weergalmen in mijn dromen soms nog steeds de geluiden van het gekletter van de skateboards op de rails en baan die door het raam mijn huis in kwamen. Het creëerde een muzikale ritmische cadans, maar ook de vloeiende bewegingen, het in de flow zijn, deden me denken aan de jazzmuzikanten op het podium in Luik. Hier was ook een vorm van call-and-response aanwezig, wanneer skaters elkaar aanmoedigen, inspireren en uitdagen. Een skater voert een truc uit, waarop een ander reageert met een eigen variatie of een volledig nieuwe truc, waardoor een dynamische en creatieve uitwisseling ontstaat. Dit continu heen en weer gaan, het leren van elkaar en het verbeteren van elkaars moves, is een essentieel onderdeel van de skatecultuur.
Maargoed, dat ik overeenkomsten zie tussen jazz en skateboarden, hebben jullie misschien al wel in de gaten. Benieuwd of mijn favoriete zoekbalk Google hier ook nog een mening over heeft, stuit ik op een interview van de Oekraïense jazzsaxofonist en skateboarder Sasha Protsenko.Hij woont in Barcelona, ook wel de Mekka van skateboarden, waar hij zijn tijd doorbrengt met het oefenen van de saxofoon op warme luie ochtenden, het shredden van decks door de smalle steegjes van de Gotische wijk. Hij legt uit hoe jazz en skateboarden samen bestaan en op elkaar aansluiten. “De saxofoon is meditatief en helpt je in het onderbewuste te reizen. Dan is er skateboarden, dat een onderdeel is van de weg naar zelfontdekking en echte moed.”
Google verder doorspittend zie ik meerdere skateboarders die skaten in combinatie met Jazz muziek, maar er is een website die nog wat verder gaat dan dat. Ik stuit op een website van een kledingmerk dat ik van vroeger herken, The Hundreds. Hier kom ik tot ontdekking dat er een heel festival is toegewijd aan muzikanten de jazz spelen en er door skateboarders live op wordt gereageerd. Ik ben verbaasd, maar ook weer niet. Net zoals jazzmuziek, ritme, herhaling en call-and-response gebruikt om verhalen te vertellen en emoties te uiten, heeft skateboarden vergelijkbare elementen die dit verbeelden. In het skatepark zie je skaters in een constante dialoog met hun omgeving en elkaar, waarbij de ritmische bewegingen van de trucs de basis vormen. Dit vind je weer terug op het podium waar muzikanten met elkaar een dialoog aangaan. Beide vormen een vorm van taal die zonder woorden communiceert.
En zo, net zoals de skaters in het park en de muzikanten op het podium, blijf ik zoeken naar die momenten van verbinding en expressie in mijn eigen leven, altijd klaar om te improviseren en te creëren, ongeacht hoe ongewoon de combinatie ook mag zijn. Het is een herinnering dat, ongeacht hoe verschillend dingen op het eerste gezicht lijken, ze samen kunnen komen om iets moois en betekenisvols te creëren. Jazz en skateboarden bestaan niet alleen naast elkaar; ze hebben de kracht om elkaar te versterken, elkaar naar nieuwe hoogten te brengen en onverwachte schoonheid te onthullen: dat is precies wat ketchup en dille voor mij doen met mijn worstenbroodjes.
Earth
*In Progress* At Midnight Plays a Dancetune
Als de moeder van filmmaker Roy Seerden overlijdt, gaan alle remmen los. Seks, drugs, nachtelijke omzwervingen: het leven als een samengebalde brok energie, verdriet en onthechting. Tegelijkertijd dringt de herinnering aan Antoine zich op, de zonderlinge buurman uit zijn jeugd. Antoine de onaangepaste, die uiteindelijk uit zijn huis werd gezet en op straat belandde. Zonder […]
Italy, 2017
*In Progress* Enclosed Garden
For the enclosed garden, inspired by a handmade raku bowl and the Japanese tea ceremony, I sought to explore and reflect on the stillness of life. To achieve stillness and truly celebrate life, we must also contemplate something universal to us all: death.
The design features two entrances—one symbolising life and the other death. Between these two doors lies a central space representing life as it is individually experienced: alone, yet not lonely. This is a space that can only be entered alone, encouraging quiet reflection and personal connection.
At the heart of the design, vibrant flowers grow in multiple colours, yet remain hidden from view until entered. These flowers, blooming only for a limited time each year, symbolise the fleeting nature of life. Their cycles of growth and decay delicately embody the profound interconnectedness of life and death.
The circular shape of the space refers to Gaston Bachelard’s sentiment that “being is round,” a form that fosters a sense of wholeness and introspection.
*In progress* Slavante
“Day dream transports the dreamer outside the immediate world to a world that bears the mark of infinity.”
*In progress* Exhibition Anywhere
For the photography exhibition Anywhere, I selected a series of images captured across the globe. Her photographs explore the contrasts and connections between different cultures, weaving a visual narrative that celebrates both diversity and shared human experiences. I am drawn to the small, magical moments that unfold in everyday life—unique to each corner of the world.
From the midnight sun in northern Europe to the ethereal blue hour in India or the fiery red skies of China, my work captures the fleeting beauty of these instances. Yet, at the heart of her stories lies the human figure. The individual becomes the anchor, embodying the universality of emotions and experiences. Julia’s fascination with magical realism in the ordinary fuels her creative vision, turning the mundane into something extraordinary and timeless.
*in progress* Restaurant Vivian Sauvage
VIVIAN is more than just a bar. Combining a natural wine bar, a shop, and a residency programme for chefs and winemakers, it’s a space designed to evolve alongside its visitors. The minimalist design reflects a philosophy of simplicity and adaptability, balancing warmth and functionality through natural materials and soft colours to create an inviting atmosphere.
At its heart is a robust wooden bar, complemented by carefully placed lighting and round lamps that lend a soft, intimate ambiance. Scandinavian-inspired furniture blends comfort with minimalism, enhanced by artisanal touches like linen bags and wooden details. A curated vinyl collection adds a nostalgic rhythm, setting the tone for an organic flow of time in the space.
The menu mirrors the design’s simplicity, featuring local, seasonal ingredients served in a setting that harmonises raw and refined textures. Unfinished walls and glass shelving create a balance between industrial and natural aesthetics, while the green terrace extends the interior, blurring the lines between inside and out. Bathed in natural light, it offers a serene escape in the city.
VIVIAN is a dynamic environment where creativity, connection, and community thrive—a place that continuously evolves to meet its visitors’ needs.